Zo worden jaarlijks miljoenen biggen gecastreerd in Vlaanderen – GAIA toont nieuwe beelden
Met nieuwe beelden onthult GAIA hoe pijnlijk biggencastratie er in werkelijkheid aan toegaat. Jaarlijks worden in Vlaanderen miljoenen biggen gecastreerd, zonder verdoving. Deze ronduit schokkende praktijk moet stoppen. GAIA vraagt dan ook een verbod, lanceert een petitie en publiceert een nieuw rapport over de kwestie (zie bijlage onderaan).
GAIA vraagt met hoogdringendheid dat een verbod op de castratie van biggen wordt ingevoerd. Het gaat hier om de meest gruwelijke, nog bestaande ingreep in de Vlaamse veehouderij.
Hoe verloopt zo’n castratie? GAIA-directeur Ann De Greef legt uit: “De big wordt gefixeerd, dan maakt de varkenshouder een, twee of meer incisies in de huid van het scrotum van de big, die bij volle bewustzijn is, om de testikels bloot te leggen. Daarna trekt hij stevig aan de testikels zodat ze vanonder de huid komen en ook de zaadstrengen bloot komen te liggen, die dieper in het lichaam, achter de testikels liggen. Ten slotte trekt de varkenshouder ook aan de zaadstrengen en snijdt ze door. De twee zaadstrengen worden dus doorgesneden en de twee testikels verwijderd. Weerzinwekkend dat dit vandaag nog steeds zomaar kan.”
In België worden jaarlijks 5 à 6 miljoen mannelijke varkens gekweekt en 80% daarvan wordt gecastreerd (jaarlijks 4 tot 4,8 miljoen biggen).
Waarom gecastreerd?
De big wordt op een leeftijd van drie tot zeven dagen gecastreerd om te voorkomen dat hij de seksuele hormonen testosteron en androstenon ontwikkelt. De ontwikkeling van deze hormonen leidt ertoe dat een deeltje van de consumenten een wijziging in de geur van slechts 3 tot 5% van het varkensvlees waarneemt en die als negatief ervaart. Deze geur noemt men ‘berengeur’ en komt dus slechts soms vrij bij het verhitten van het vlees van de intacte beer. En dat die geur soms vrijkomt, vinden sommige consumenten storend.
Uit een nieuwe enquête van Ipsos (zie bijlage) blijkt dat 3 op de 4 Belgen akkoord gaan met een wettelijk verbod op chirurgisch castreren van biggen. Na uitleg over alternatieve methoden van castratie - want die bestaan, in de vorm van een vaccin tegen berengeur bijvoorbeeld - vindt zelfs 86% van de Belgen dat er een wettelijk verbod moet komen. GAIA publiceert nu een lijvig rapport (zie bijlage) over de kwestie en verspreidt dit nu bij de verantwoordelijke politici en alle betrokken partijen.
Verdoving tijdens castratie?
97 tot 100% van de Belgische biggen die worden gecastreerd, worden gecastreerd zonder dat ze verdoofd zijn tijdens de castratie. Dit gaat om 3,9 tot 4,8 miljoen mannelijke biggen. Dit betekent dat van alle biggen die jaarlijks gecastreerd worden slechts tussen 0 en 144.000 biggen daarvan gecastreerd worden met toediening van het in België geïnjecteerde anesthetisch middel procaïne. Dat middel wordt in de beide testikels van de big geïnjecteerd en vermindert de pijn, die de big ervaart tijdens de incisie.
Ann De Greef: “De acute en ernstigere castratiepijn, die de biggen ervaren tijdens de castratie-ingreep zelf, wordt er onvoldoende door verminderd. Bovendien laten de omstandigheden waarin dit middel wordt toegediend in de intensieve varkenshouderij te wensen over. Het is niet eenvoudig om het verdovingsmiddel te injecteren in een bewegende big en de wachttijden worden niet gerespecteerd. De incisie gebeurt dikwijls ofwel te snel ofwel te laat na toediening van het middel, waardoor het zijn effect volledig mist.”
Pijnstiller na castratie?
Bij 85% van de gecastreerde Belgische biggen (jaarlijks geschat op 3,4 tot 4 miljoen biggen) wordt, zoals voorgeschreven door BePork, het Belgische kwaliteitslabel voor varkensvlees, het analgetisch middel meloxicam toegediend.
Ann De Greef: “De werking daarvan is vergelijkbaar met de die van pijnstiller Ibuprofen. Er is dus geen sprake van een verdovend effect tijdens de castratie. Enkel de napijn van de big wordt, enigszins, behandeld.”
Hoewel pijnstillende en verdovende middelen elk afzonderlijk, op zich genomen, een functie hebben in pijnvermindering of bewustzijnsonderbreking tijdens en na de castratie van de big, is de toediening van één van deze middelen, of zelfs een combinatie van één analgetisch en één anesthetisch middel (vb. meloxicam + lokale verdoving met procaïne) onvoldoende om ernstig lijden bij de mannelijke big te voorkomen.
Zoals honden en katten?
Enkel als een dierenarts het protocol, dat moet worden nageleefd om een kat of hond te verdoven bij castratie, toepast op de big zal de big volledig worden verdoofd en wordt de pijn tijdens en na castratie (post-operatief) beheersbaar.
Hiertoe moeten de volgende stappen worden doorlopen: (1) de sedatie van de big; (2) het onderbreken van het bewustzijn van de big met een anesthetisch middel; (3) het intuberen van de big met gas; (4) het preoperatief toedienen van een analgetisch middel en een lokaal anesthetisch middel aan de big en (5) de nazorg van de big.
Alleen een hiertoe opgeleide dierenarts heeft de nodige competenties om (a) deze vijf fases goed te doorlopen en ervoor te zorgen dat de pijn die de big ervaart, tijdens en na castratie, zo goed als mogelijk te verminderen, uit te schakelen en minstens tot een minimum te beperken, en (b) de toediening van de analgetische en anesthetische middelen af te stemmen op de individuele reactie van de big, tijdens en na de castratie-ingreep.
“Indien de biggen volgens de state-of-the-art op het vlak van pijnbestrijding moeten worden behandeld tijdens hun castratie, dus op identieke wijze als katten en honden die worden gecastreerd, met dezelfde zorgen door een dierenarts, vereist dit tijd en kosten die de varkenshouder vrijwel onmogelijk kan of wil dragen”, vertelt De Greef.
Wettelijk verbod & alternatieven
Het voorkomen van (acute) castratiepijn en napijn, minimale vereisten vanuit het perspectief van het dierenwelzijn, waarvoor compromisoplossingen niet bestaan gezien de ernst van de ingreep – een ‘beetje’ verdoven is immers geen efficiënte oplossing om ernstige castratiepijn en napijn te remediëren – kan enkel worden verzekerd indien de big niet langer wordt gecastreerd in de intensieve varkenshouderij, gezien er geen tijd en middelen zijn om de big correct te verdoven bij castratie, overeenkomstig het door de dierenarts toegepaste verdovingsprotocol bij de castratie van de hond en de kat.
“Enkel een wettelijk verbod op de castratie van biggen zal het zeer ernstig en onaanvaardbaar lijden wegnemen dat de Belgische biggen ervaren tijdens en na castratie. Zowel het vaccin tegen berengeur (15% van de Belgische mannelijke varkens wordt gevaccineerd) als de kweek met intacte beren (8% van de Belgische mannelijke varkens worden als intacte beren gehouden) zijn twee goede oplossingen en dus alternatieven voor castratie die de varkenshouder kan toepassen om het risico op berengeur te beheersen, zonder dat de big wordt gecastreerd. Dat wettelijk verbod op biggencastratie is dan ook wat we eisen met GAIA. Een hele reeks supermarkten, zoals Colruyt, besloot trouwens al langer om geen vlees van gecastreerde biggen meer te verkopen. Ook McDonalds België koopt het niet meer aan”, onderstreept Ann De Greef.
Biggencastratie in Vlaanderen, 2023
Meer informatie uit de vorige campagnes van GAIA vind je hieronder
Varkenskwekers moeten rekening houden met de essentiële noden van de dieren. Sinds 2000 vraagt GAIA in het bijzonder dat de chirurgische castratie van biggen verboden wordt. Ook moeten mestvarkens en zeugen meer bewegingsruimte krijgen. De dieren moeten in de grond kunnen wroeten en moeten zonder ongemakken kunnen slapen.
Dit is de realiteit voor de grote meerderheid van de 10 miljoen varkens die elk jaar in België worden gekweekt, en van 600.000 fokzeugen.
Varkens zijn nieuwsgierige, sociale en intelligente dieren. Ze willen wroeten in de grond, naar voedsel zoeken en spelen. Maar opeengeperst in de kleine, kale hokken van de intensieve houderij, lukt dat niet. De varkens vervelen zich.
Mestvarkens (gefokt voor vlees) en fokzeugen zien in een intensieve varkenskwekerij geen daglicht. Ze mogen nooit eens buiten lopen. De mestvarkens worden vetgemest in overbevolkte, kale betonnen hokken, zonder strooisel. De meeste fokzeugen zitten hun hele drachtige leven opgesloten in boxen (verboden in de EU sinds 2013). Daar kunnen de dieren zich niet eens in omkeren. Miljoenen varkens staan of liggen op een betonnen vloer met gaten, op roosters, waar hun uitwerpselen door vallen.
Staartamputatie
De Europese wetgeving verbiedt routinematige staartamputatie en het knippen van de hoektandjes van biggen. Dit om te vermijden dat ze bijten, met name in de staart van hun soortgenoten. De ingrepen zijn alleen toegestaan als andere substantiële veranderingen in de huisvesting van de dieren het probleem niet oplossen. Bijtgedrag wordt trouwens veroorzaakt door het feit dat de biggen zich vervelen, en door een gebrek aan verstrooiing. In de praktijk is het echter zo dat de overgrote meerderheid van de biggen een staartamputatie ondergaat, zonder dat de inspanningen van de varkenskweker in vraag worden gesteld.
Traumatiserende ervaring
In België worden jaarlijks 4 miljoen mannelijke biggen (beren genoemd) onverdoofd gecastreerd om berengeur te vermijden. Dat is een onaangename geur die kan vrijkomen bij het verhitten van vlees van geslachtsrijpe, ongecastreerde varkens. In de praktijk gebeurt dat slechts in een minderheid van de gevallen.
Bovendien stoort maar een klein deel van de consumenten zich aan de geur die vrijkomt bij het bakken van het vlees. Een ander deel neemt de geur zelfs niet waar. Maar om dat minimale risico op berengeur te voorkomen, worden toch ongeveer 80% van de mannelijke biggen enkele dagen na hun geboorte gecastreerd. Een erg pijnlijke en traumatiserende ervaring, ook voor de zeugen die het krijsen van hun biggen machteloos moeten aanhoren.
De trieste realiteit
In de intensieve kwekerijen worden varkens opeengepakt in kleine, kale hokken. Daardoor raken ze gefrustreerd en ontwikkelen ze stereotiep, gestoord gedrag. Zeugen gaan voortdurend bijten in de stangen van hun box. Vaak worden ze kreupel en lijden ze aan artritis. Hetzelfde geldt voor mestzeugen. Hun biggen worden al drie à vier weken na de geboorte weggehaald, zodat de zeugen meteen weer bevrucht kunnen worden.
Mestvarkens bijten dan weer voortdurend in elkaars staart omdat ze niks hebben om op te kauwen. Om staartbijten te voorkomen, snijden intensieve varkenshouders een deel van de staart weg met een tang of een heet ijzer, zonder verdoving.
Dit is de realiteit voor de grote meerderheid van de 10 miljoen varkens die elk jaar in België worden gekweekt voor vlees, en voor bijna 600.000 fokzeugen.
Varkens wroeten graag in de grond. Daarom zouden ze moeten beschikken over voldoende ruimte, in een omgeving met genoeg stro om op te liggen en om op te kauwen. Dat zou een einde kunnen maken aan het bijtgedrag tussen de dieren onderling, en ook aan de noodzaak om hun staarten en tanden te knippen. Het zou ook de stress van de zeugen verlichten als ze moeten werpen en materiaal zoeken om een nest te maken.
Alternatieven voor castratie
Vaccinatie tegen berengeur
De Europese Commissie gaf in 2009 groen licht voor de commercialisering van een vaccin (Improvac) van Zoetis.
Improvac is een vaccin dat de groei van de teelballen van de dieren tegengaat. Het geslachtshormoon GnRH wordt geneutraliseerd door antilichamen. Het gehalte aan feromonen, zoals androstenon, wordt snel en drastisch verlaagd. Ook scatol wordt beter geëlimineerd door het organisme dan bij castratie. Het vaccin is geen hormoon. Wel doet het de varkens beter groeien, wat ook de kwekers ten goede komt. Gevaccineerde varkens produceren bovendien minder mest, zodat ze minder schade berokkenen aan het milieu dan gecastreerde varkens.
Meer informatie? Consulteer het Europees Openbaar Beoordelingsrapport over Improvac.
Varkens niet castreren
Deze manier van kweken vereist de combinatie van verstandige maatregelen. Detectie aan de slachtlijn met name: de aanwezigheid van androstenon en scatol bij ongecastreerde beren kunnen er gedetecteerd worden door het personeel, of door een elektronische neus. De uitgeselecteerde karkassen met berengeur kunnen nog te gelde gemaakt worden in andere circuits, zoals dat van verwerkte producten. Dankzij deze maatregel, die wordt toegepast in Duistland en Nederland, kan de volledige Nederlandse markt bevoorraad worden. Ook Lidl België bijvoorbeeld bevoorraadt zich al sinds 2012 op die manier.