In een open brief pleiten de Vlaamse dierenartsen voor een verbod op onverdoofd slachten. Ze vinden dat het slachten van dieren zonder voorafgaande bedwelming onder geen enkele voorwaarde aanvaardbaar is. “Dit duidelijke standpunt is een welkome steun voor GAIA, dat al jaren ijvert voor een veralgemening van een verplichte verdoving – zonder uitzondering voor rituele slachtingen”, aldus GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch.
Het zijn vier Vlaamse dierenartsenkoepels die zich in een open brief richten aan de beleidsmakers, de consumenten en andere belanghebbenden. Het gaat om de Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen (NGROD), de Vlaamse Dierenartsenvereniging (VDV), IVDB en SAVAB Flanders vzw.
“Hoewel onverdoofd slachten van dieren in onze maatschappij niet langer moreel aanvaardbaar is, hangt er tegelijk een soort taboesfeer rond het thema, waarbij het recht op vrijheid van godsdienstbeleving maar al te gemakkelijk wordt ingeroepen om het basisprincipe van de wetgeving inzake dierenwelzijn telkens weer te negeren”, klinkt het in niet mis te verstane bewoordingen.
De Vlaamse dierenartsen beseffen wel dat het om “een moeilijke en delicate discussie” gaat. Daarom werkten ze een reeks minimumvereisten uit, “in afwachting van de volledige afschaffing” van het onverdoofd slachten. Concreet vinden de dierenartsen bijvoorbeeld dat onverdoofd slachten enkel nog mag gebeuren in erkende slachthuizen, dat het enkel mag gebeuren door een slachter met een bekwaamheidsattest én onder toezicht van een dierenarts.
Voorts mogen de dieren niet worden vastgezet, moeten ze onmiddellijk na de halssnede bedwelmd worden en moeten runderen rechtopstaand gekeeld worden met de nodige fysieke ondersteuning. Tot slot onderstrepen de dierenartsen dat onverdoofd slachten voor hen voorlopig enkel nog kan met dieren specifiek bedoeld voor religieus gebruik.
Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) verklaarde eerder al dat vanaf dit jaar de EU-regelgeving over het onverdoofd slachten streng bewaakt zal worden. Dat impliceert dat slachten zonder verdoving enkel nog in een erkend slachthuis kan gebeuren, en niet meer op tijdelijke slachtvloeren.