Op woensdag 23 januari 2019 vinden voor het Grondwettelijk Hof, vanaf 14 uur, de pleidooien plaats in de gevoegde zaken die zijn aangespannen door diverse islamitische en joodse organisaties tegen het Vlaamse en het Waalse verbod op onverdoofd slachten.
Waarover gaat het?
Bij het Waals Decreet van 18 mei 2017 en bij het Vlaamse Decreet van 7 juli 2017 is het onverdoofd slachten van dieren verboden voor wat het Waalse en Vlaamse grondgebied betreft.
In Vlaanderen is het verbod op onverdoofd slachten in werking getreden op 1 januari 2019. In Wallonië is de inwerkingtreding voorzien voor 1 september 2019. In Vlaanderen geldt de omkeerbare verdoving vlak voor de halssnede reeds voor schapen. Voor runderen treedt de voorafgaande omkeerbare verdoving in werking zodra de techniek op punt staat.
Verschillende moslim- en joodse organisaties hebben het verbod aangevochten voor het Grondwettelijk Hof door (lange) verzoekschriften neer te leggen die de vernietiging beogen van het verbod op onverdoofd slachten.
De Vlaamse en Waalse decreten worden verdedigd door het Vlaams Gewest, het Waalse Parlement, het Waalse Gewest, een joodse burger (de heer Moishe Friedman) en door GAIA.
Waarom willen de verzoekende partijen het verbod vernietigd zien?
De verzoekende partijen vinden dat het verbod een inbreuk uitmaakt op hun vrijheid van religie, dat het verbod het doel niet bereikt (omdat zij zogenaamd over "bewijzen" beschikken dat onverdoofd slachten geen aanleiding geeft tot meer lijden dan verdoofd slachten) en dat het disproportioneel is. De verzoekende partijen menen, kort gesteld, dat zij "geviseerd" worden.
Waarom wil GAIA het verbod op onverdoofd slachten behouden zien?
De advocaat van GAIA, Anthony Godfroid, zal woensdag bepleiten dat het verbod op onverdoofd slachten noodzakelijk is om vermijdbaar dierenleed te voorkomen. Enkel en alleen daarover gaat het in deze zaak: het is een morele plicht om dierenleed dat technisch vermeden kan worden ook effectief niet te laten plaatsvinden. Vlaanderen en Wallonië hebben er bovendien voor gekozen om voor rituele slachtingen te voorzien in reversibele verdoving. Dit betekent dat het dier per definitie niet sterft door de verdoving zelf maar enkel en alleen door het uitbloeden (wat maximaal tegemoet komt aan de religieuze bekommernissen over onreinheid). Het democratisch tot stand gekomen verbod is zowel in Vlaanderen als in Wallonië zo goed als unaniem zonder tegenstem door de parlementen goedgekeurd (in Vlaanderen 1 onthouding, in Wallonië 3 onthoudingen). Beide decreten grijpen niet in op het vlak van de rituelen bij de slachting (het is nog steeds toegestaan het mes verborgen te houden voor de ogen van het dier, de richting van Mekka te volgen, ...). Enkel is nu vereist dat de dieren omkeerbaar verdoofd worden alvorens de keling.
Michel Vandenbosch, voorzitter van GAIA: "Ook onder meer in Denemarken, Ijsland, Lichtenstein, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en Slovenië is het onverdoofd slachten van dieren verboden. Ook in Slovenië was er religieus protest tegen het verbod en ook daar moest het Grondwettelijk Hof zich uitspreken. Het Sloveense Grondwettelijk Hof heeft, in een arrest van 25 april 2018, geoordeeld dat dieren een onderdeel zijn van onze morele gemeenschap en dat het niet meer dan normaal is dat de wetgever maatregelen neemt om vermijdbaar dierenleed te voorkomen."
Meester Anthony Godfroid, de advocaat van GAIA: "Het Vlaamse en Waalse verbod op onverdoofd slachten is religieneutraal. Meer zelfs, het verbod komt in belangrijke mate tegemoet aan de wensen van de gemeenschappen. Mocht de wetgever die wensen als volkomen irrelevant beschouwen dan had men in Vlaanderen en Wallonië niet gekozen voor reversibele verdoving maar eenvoudigweg voor verdoving tout court. Het Grondwettelijk Hof staat voor een cruciale beslissing. Wij hopen dat het Belgische Grondwettelijk Hof het Sloveense Grondwettelijk Hof zal volgen."