De Limburgse steden Genk en Beringen zijn van plan om een tijdelijk ‘slachthuis’ in te richten en uit te baten, met het oog op het onverdoofd slachten van schapen tijdens het offerfeest. GAIA stelt echter vast dat beide steden niet over de nodige milieu- en stedenbouwkundige vergunningen beschikken. “Dit gaat in tegen elke vorm van behoorlijk bestuur”, aldus GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch. De dierenrechtenorganisatie heeft de gewestelijke toezichthouder verzocht om ter plaatse de nodige vaststellingen te doen én om bijhorende bestuurlijke maatregelen – gekoppeld aan een dwangsom – op te leggen.
Sinds dit jaar geldt er in Vlaanderen een verbod om dieren onverdoofd te slachten op tijdelijke slachtvloeren. Volgens een EU-verordening uit 2009 mag deze slachtmethode immers enkel nog in erkende, vaste slachthuizen plaatsvinden. Vandaar het voornemen van Genk en Beringen om een erkend ‘slachthuis’ in te richten op de site van de stedelijke werkplaatsen. De Europese verordening heeft hier echter duidelijk permanente slachthuizen voor ogen, en absoluut geen tijdelijk ‘slachthuis’ voor één à twee dagen, zoals in Genk en Beringen. Michel Vandenbosch: “Beide steden halen dus alles uit de kast om het verbod op onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren te omzeilen.”
Bovendien rijzen in beide steden ernstige vragen over het ontbreken van een stedenbouwkundige vergunning voor de inrichting van een slachthuis, net als voor de functiewijziging van ‘gemeenschapsvoorziening’ naar ‘slachthuis’. “We stellen ons hier ernstige vragen bij”, zegt Michel Vandenbosch. “Hier is duidelijk sprake van een stedenbouwkundig misdrijf. Dit gaat in tegen elke vorm van behoorlijk bestuur. Meer nog, het brengt de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeente, de burgemeester en de bevoegde schepenen in het gedrang.”
Strafbaar misdrijf
Zowel in Genk als in Beringen ontbreekt ook de milieuvergunning voor het uitbaten van het ‘slachthuis’. Michel Vandenbosch: “Het exploiteren van een slachthuis zonder vergunning is per definitie een strafbaar misdrijf, dat zelfs prioritair vervolgd wordt. We stellen vast dat tal van voorwaarden voor slachthuizen niet worden nageleefd op de slachtsites in Genk en Beringen: de vereiste omheining ontbreekt, het bloed wordt gebrekkig opgevangen, er is zelfs sprake van een ongeoorloofde lozing in het oppervlaktewater of in de riolen, enzovoort. De lokale overheden zich niets van deze problematiek aan te trekken: ze blijven vastbesloten om hun ‘slachthuis’ op illegale wijze uit te baten.”
In een aangetekend schrijven (en via e-mail) heeft GAIA afgelopen maandag het college van burgemeester en schepenen van Genk en Beringen op de hoogte gebracht van het illegale karakter van hun voornemen. Hoewel beide steden in een reactie verwezen naar een erkenning van hun ‘slachthuis’ door het FAVV, konden ze géén stedenbouwkundige vergunning voorleggen voor de noodzakelijke functiewijziging van gemeenschapsvoorziening naar slachthuis, en evenmin een milieuvergunning voor de exploitatie van een slachthuis.
Aangezien het hoogst twijfelachtig is dat een lokale overheid handhavend zou optreden tegen haar eigen illegale praktijken, heeft GAIA daarom noodgedwongen ook de gewestelijke toezichthouder verzocht om ter plaatse de nodige vaststellingen te komen doen en om bijhorende bestuurlijke maatregelen – gekoppeld aan een dwangsom à rato van 2.500 euro per onverdoofd geslacht schaap – op te leggen, om de misdrijven een halt toe te roepen.