Uit een enquête van onderzoeksbureau Ipsos in opdracht van GAIA blijkt dat meer dan de helft van de Belgen tevreden is over plantaardige vleesvervangers. Dat is een opmerkelijke stijging ten opzichte van een eerdere studie in 2019. “Mensen gaan steeds bewuster om met voeding”, zegt GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch. Tegelijkertijd zijn plantaardige vleesvervangers aantrekkelijker dan ooit. “Die combinatie van bewustzijn en technologie helpt het dierenwelzijn vooruit.” Ook wat kweekvlees betreft, geeft de enquête bemoedigende cijfers: 44% van de Belgen staat positief tegenover kweekvlees.
51% geeft aan dat de huidige vleesvervangers voldoen aan zijn of haar behoeften. Dat blijkt uit een enquête van Ipsos afgenomen tussen 10 juni en 16 juni bij een representatief deel van de Belgische bevolking. De vorige enquête met exact dezelfde vragen kwam in januari 2019 uit op 44%. In ongeveer anderhalf jaar kent het enthousiasme over vleesvervangers dus een significante stijging. Vooral twintigers en jonge dertigers reageren positief op het aanbod, 65% geeft aan tevreden te zijn. De variatie qua aanbod, dat ze beter zijn voor het dierenwelzijn en het milieu vormen de top 3 motivatie. De grootste drempel voor de mensen die niet tevreden zijn, zijn nog altijd smaak en textuur: “vleesvervangers hebben niet dezelfde smaak en textuur als vlees”. Ook de prijs blijkt een rol te spelen. Michel Vandenbosch: “Vleesvervangers krijgen goede cijfers, maar er is duidelijk nog steeds potentieel om de smaak en textuur te verbeteren.”
Kweekvlees.
De enquête ging ook dieper in op de houding van de Belgische bevolking ten aanzien van kweekvlees. Kweekvlees is vlees dat wordt bekomen uit dierlijke cellen in plaats van uit geslachte dieren. 44% van de Belgen is positief over kweekvlees, dat is vergelijkbaar met de 42% in januari 2019. Belangrijkste drijfveren zijn geen dierenleed en beter voor het milieu. De voornaamste barrière is de indruk dat kweekvlees duur zal zijn. De traditie van dieren te slachten om vlees te produceren speelt volgens de respondenten geen rol, dat argument scoort zelfs het laagst. Verder valt op dat de groep zonder mening groot blijft: in 2020 bedraagt die groep 39%, in 2019 was dat 43%. “Zolang kweekvlees niet in de winkelrekken ligt, zal de groep twijfelaars groot blijven. Het is alvast hoopgevend dat de groep die uitgesproken negatief is over kweekvlees, erg klein blijft (17%). En dat het doden van dieren voor vlees geen must is voor de respondenten”, zegt Michel Vandenbosch.
Mannen, jongeren (18-34 jaar) en Belgen uit een hogere sociale klasse hebben een betere eerste indruk over kweekvlees. Meer Vlamingen (51%) hebben een goede eerste indruk over kweekvlees dan Walen (33%). Meer dan de helft van de Belgen is bereid kweekvlees te proberen. “In ons land is de nieuwsgierigheid naar kweekvlees groot. Dat geldt eveneens voor de bereidheid om het te proeven.”