Nog niet alle Grondwetten reflecteren die gedachte. Wie ze leest, zou de indruk kunnen krijgen dat dieren niet eens bestaan. Dat is vreemd. Wij delen één en dezelfde samenleving met dieren, we gebruiken ze voor allerhande doeleinden, maken regels over ze, en nemen besluiten die voor hen over leven en dood gaan. De Grondwet is het belangrijkste formele document in een samenleving, het gaat niet meer op om daarin geen plek voor dieren te voorzien.
U pleit in uw boek De open samenleving en haar dieren voor de weg van de geleidelijkheid?
Het inschrijven van dieren in de Grondwet is een serieuze aangelegenheid, niet zomaar een vluchtig prestige-projectje. Vooraf moet duidelijk zijn welk doel je ermee wil bereiken. Kiest men voor de snelle pennestreep van mooi klinkende en gewichtige woorden, dan loop je niet alleen het risico dat het juridisch effect ervan in de praktijk uitblijft, maar ook dat daarmee de geloofwaardigheid van de Grondwet geschaad wordt. Een Grondwet die dingen belooft die niet waargemaakt worden, verliest aan geloofwaardigheid en ontzag. Hoewel sommige dieren uiteindelijk aanspraak moeten maken op fundamentele grondrechten, zijn er goede redenen om die op dit moment nog niet met zoveel woorden in de Grondwet op te nemen. In de huidige samenleving is het niet goed voorstelbaar dat het recht op lichamelijke integriteit voor dieren, bijvoorbeeld, daadwerkelijk zal uitpakken zoals beoogd. Zou je zo’n recht vandaag invoeren, is het risico groot dat het zo goed als genegeerd wordt. Als er zo’n betekenisloos recht in de Grondwet staat, verhoogt het de drempel om op een dag wél echt betekenisvolle rechten voor dieren in te voeren. Het kruit is dan al verschoten.
Beter is het om voorlopig voor een model te kiezen dat weliswaar niet ideaal is, maar aansluit bij de tijdsgeest en alvast de eerste belangrijke consequenties voor dieren bewerkstelligt.