Vanaf dit schooljaar zetten we volop in op een diervriendelijke toekomst, door gastlessen aan te bieden aan de leerlingen in de basisscholen en in het middelbaar onderwijs. Dat er nood is aan zulke lessen werd snel duidelijk: in de eerste helft van het schooljaar hebben we in Vlaanderen en in de Nederlandstalige scholen in Brussel al 2.000 leerlingen bereikt. Een gesprek met Jane Reniers, onze verantwoordelijke GAIA Education.
Je bent zelf afgestudeerd als doctor in de evolutiebiologie en nu geef je dagelijks lessen in Nederlandstalige scholen over dieren. Welke thema's snij je aan in de klas?
Jane: "Aangezien GAIA een organisatie is die opkomt voor alle dieren in nood, ongeacht de soort waartoe ze behoren, bieden wij verscheidene lespaketten aan in de klas. Uiteraard maak ik ook gebruik van mijn expertise als (evolutie)bioloog. De oorsprong van een diersoort en zijn fysiologie draagt bij tot wat de soort vandaag is en kan een goede indicatie zijn van wat de individuele dieren nodig hebben. De volgende thema's komen aan bod in de klas:
- gezelschapsdieren;
- dieren in de voedingsindustrie;
- de relatie tussen dieren en mensen;
- de status van dieren doorheen de geschiedenis;
- natuurbeheer met oog voor het individuele dier, het welzijn van dieren bekeken vanuit een evolutionaire en ecologische invalshoek."
"Al deze thema's gaan uit van een positieve boodschap en nodigen de kinderen en jongeren uit tot reflectie in plaats van een voorgekauwde boodschap uit te dragen. We doen dit op een ludieke en interactieve manier met spel, debat en quizvragen. Op deze manier wil GAIA het belang van positieve actie onderstrepen en het inlevingsvermogen van kinderen en jongeren stimuleren. Het doel is om te komen tot een respectvolle en verantwoordelijke omgang met dieren, met ruimte voor verwondering en begrip."
"Wij willen de kinderen vergezellen om in hun dagelijks leven een geweldloze relatie met dieren op te bouwen, een relatie die gebaseerd is op respect voor de zwakkeren in onze samenleving. Dit doen we op een wetenschappelijk onderbouwde manier, in een taal aangepast aan kinderen en jongeren. De boodschap is in overeenstemming met de eindtermen voor de scholen. Een transparante samenwerking met de leerkrachten is dus bijzonder belangrijk. Ik vind het ook belangrijk dat de kinderen hun eigen ervaringen kunnen vertellen, en een antwoord krijgen op de vragen die ze al heel lang wilden stellen. Dat is altijd een leuk moment. Zowel voor hun als voor mij."
De gastlessen worden vanaf de basisschool aangeboden tot in de universiteit. Wat blijft je ervan bij? Hoe reageren de leerlingen?
Jane: "Eigenlijk maakt de leeftijd van de kinderen, jongvolwassenen of volwassenen niet uit. Meestal is iedereen wel enthousiast als het om dieren gaat. Het enige verschil is dat jonge kinderen heel open zijn en vrij intuïtief reageren, iets wat bij de oudere studenten al wat verloren gegaan is. Maar bij deze oudere studenten hebben debatten dan natuurlijk weer wat meer inhoudelijke diepgang, hoewel kinderen je ook kunnen verbazen! Soms zetten de leerkrachten zelfs grotere ogen op als de leerlingen als ik filmpjes over de intelligentie van dieren laat zien! Alle leeftijden zijn heel leuk om mee te werken, en de mix maakt het nog veel leuker."
Welke hulpmiddelen hebben ze hierbij ter beschikking?
Jane: "In de les zelf maken we veel gebruik van filmpjes, maar we hebben ook oefenblaadjes en zelfs een gezelschapsspel voor de jongsten. Ook hebben we een site, www.gaiakids.be, ontwikkeld. Deze site is een plaats voor uitwisseling over het welzijn van dieren voor het jonge publiek. Zo hebben we ook een Facebookpagina aangemaakt die meer gericht is op jongeren en jongvolwassenen. Hier verschijnen actuele kwesties. Wij proberen om er een levendige pagina van te maken!"
Praat je bijvoorbeeld over vegetarisme in de klas?
Jane: "Niet noodzakelijk. In het kader van de presentatie over dieren in de voedingsindustrie komt de vraag over het doden van dieren voor voeding vaak boven zonder dat ik daar iets over gezegd heb. Ik zou zeggen dat het daar onze rol is om de leerlingen te begeleiden, zonder iemand met de vinger te wijzen of dingen op te leggen, en om objectief alle mogelijkheden uit de doeken te doen (minder vlees eten, bewust zijn van labels, zich voeden zonder vlees of andere dierlijke producten). Hierbij geef ik dan voorbeelden van gerechten en geëngageerde bekende mensen. Soms willen de leerlingen weten wat ik eet, en dan vertel ik dat."
Vind je dat leerlingen gevoeliger zijn voor dierlijk lijden dan vroeger?
Jane: "Ik heb eerder de indruk dat het om een beweging gaat die gedragen wordt door de hele maatschappij. Langzaamaan neemt die er notie van dat dieren individuen zijn die gevoelens hebben. Aan de basis hiervan liggen vulgariserende werken van ethologen en documentaires die bestendigen dat elk dier, net zoals u en ik, een individu is die het onderwerp van zijn eigen leven is. Ze hebben een emotioneel leven, een bewustzijn, herinneringen en zelfs een gevoel van rechtvaardigheid... en natuurlijk hebben ze soms een moeilijk karakter. Het is duidelijk dat dit domein in beweging is en dat ethiek een steeds grotere rol in de maatschappij inneemt. Gezien deze aarde bevolkt wordt door zeer veel mensen en zeer veel dieren, kunnen we zulke reflectie over het welzijn van dieren alleen maar toejuichen, we worden er namelijk dagelijks mee geconfronteerd. De mens gebruikt dieren dan ook voor vele doeleinden: bont, vermaak, gezelschap, als voedsel en we testen er zelfs onze nieuwe producten op. Het feit dat dieren kunnen lijden, maakt ons moreel verplicht om hun situatie ter harte te nemen."