Een laboratorium in het Duitse Hamburg waar stoffen worden getest op dieren, haalde afgelopen dagen wereldnieuws. Een undercoveroperatie in dit horrorlabo bracht schokkende beelden aan het licht, van complete dierenverwaarlozing tot echt bloederige taferelen. Mij schokte ook dat dat proefaapjes een getatoeëerde cijfercode hadden op hun borst. De reacties vanuit bedrijven en wetenschappers die dierproeven (laten) uitvoeren, lijken uit een handleiding te komen. Want ze zijn altijd dezelfde van zodra gruwel met proefdieren naar boven wordt gespit: ‘wij vinden dierenwelzijn belangrijk’, ‘wij volgen de regels’ en ‘zonder ons valt het wetenschappelijk onderzoek stil’. Die laatste claim is hoogst twijfelachtig, er zijn academici die zelfs afstappen van dieren. Net om beter onderzoek te kunnen voeren. De toekomst van de wetenschap is proefdiervrij, in het belang van de wetenschap.
Maar stel dat dierproeven noodzakelijk, wat leren we uit de undercoverbeelden?
Ondanks alle mooie woorden van onderzoekers die dieren gebruiken, houden de wreedheden in laboratoria aan. Ondanks alle structuren die worden opgericht om dierproeven te evalueren en door te lichten, blijven undercoverbeelden met de grootste gruwel opduiken. En ondanks de bewering dat de overheid laboratoria controleert, zijn net undercoveroperaties nodig om de werkelijkheid aan het licht te brengen. Onderzoek door dierenrechtenorganisaties is noodzakelijk om de bubbel te doorprikken. Dat zagen we ook in eigen land, toen GAIA in 2016 undercover ging in de Vrije Universiteit Brussel. De beelden gaven aanleiding tot een debat met de universiteit die ook gepaste maatregelen nam. Die maatregelen kwamen echter niet voort uit een engagement van wetenschappers voor hun dieren. Ze waren ook niet het resultaat van een onderzoekende overheid. Daarvoor zijn dierenrechtenorganisaties blijkbaar nodig.
Om terug te komen op de gruwelbeelden van het Duitse labo. Belgische bedrijven en academici die ermee samenwerken, beweren dat ze bekommerd zijn om het welzijn van proefdieren en dit opvolgen. Kunnen ze dit hard maken? Meer en meer testen worden uitbesteed aan gespecialiseerde labo’s zoals dat in Hamburg. Zo zijn de bedrijven die proeven wensen, niet meer rechtstreeks verantwoordelijk voor wat ze met dieren doen. Het zou van een intentieproces getuigen mochten we denken dat het een strategie zou zijn om buiten schot te blijven. Worden bijvoorbeeld audits uitgevoerd door de bedrijven om de kwaliteit van het onderzoek en het welzijn van dieren in die labo’s te onderzoeken? Of gelooft men gewoon wat er op de website van het bewuste labo staat: “Als je op zoek bent naar een excellente en ervaren partner die nationale en internationale richtlijnen volgt, met onze 50 jaar ervaring leveren wij topkwaliteit”?
Jan Steyaert, hoogleraar biochemie en mede-grondlegger van Ablynx dat samenwerkt met het bewuste labo, heeft op één punt gelijk: hier wordt de Europese regelgeving niet omzeild (Het Nieuwsblad 15/10/19), ze wordt overtreden. Uiteraard faalt hier de controle vanuit de overheid. Je kan voor of tegen de wetgeving voor proefdieren zijn, maar ze is er en met politieke wil kan ze afgedwongen worden. Maar het kan zelfs nog erger: bedrijven werken ook samen met laboratoria buiten de Europese Unie, waar zelfs de minimumregels voor dierenwelzijn niet gelden. Hoe moet het daar gesteld zijn met de dieren? Ook Vlaamse onderzoekers (met Vlaams belastinggeld) werken samen met labo’s waarvoor nihil regels gelden, laat staan dat er controle gebeurt.
De ongemakkelijke waarheid is deze: wetenschappers en bedrijven die dierproeven laten uitvoeren of bestellen, zijn mee verantwoordelijk als blijkt dat de dieren volstrekt onnodige gruwel moeten ondergaan. Zolang ze zich verschuilen achter regels die niet worden gehandhaafd en zolang ze niet ingrijpen, zijn ze niét bezorgd om het welzijn van proefdieren.