... dat is niet de verdienste van de minister van Dierenwelzijn
Stijging van aantal pijnlijke proeven onaanvaardbaar voor GAIA
In 2019 (253.433) zijn er minder dierproeven gebeurd in Vlaanderen ten opzichte van 2018 (262.479). Dat blijkt uit cijfers van het departement Omgeving van de Vlaamse overheid. “Goed nieuws voor de dieren maar helaas kunnen we niet zeggen dat die dalende cijfers het gevolg zijn van het politieke beleid”, zegt GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch. “In Vlaanderen ontbreekt immers elk spoor van een doordachte en efficiënte beleidsstrategie om het aantal dierproeven te doen dalen.” Alarmerend is dan weer dat het aantal proeven die ernstige pijn veroorzaken, licht gestegen is: 37.604 proeven met ernstige pijn in 2019 tegenover 37.271 proeven met ernstige pijn in 2018. Voor GAIA is het systematisch afbouwen van pijnlijke proeven op dieren prioritair. Volgens de laatste beschikbare Europese statistieken (2015-2107) staat België op de lijst van de lidstaten met de meeste pijnlijke dierproeven op de betreurenswaardige vijfde plaats.
De meest recente cijfers over dierproeven in Vlaanderen tonen dat het aantal dierproeven lichtjes daalt (-3% in 2019 t.o.v. 2018) maar voor GAIA is dat geen reden tot juichen. “Een eventuele daling in een bepaald jaar heeft veeleer te maken met het beëindigen van een of ander onderzoeksproject dat geen vervolg kent dan met een efficiënte beleidsvisie en -strategie. Van een structurele, duurzame afbouw is al helemaal geen sprake.” Dieren die niet ‘profiteren’ van het dalend aantal dierproeven zijn onder meer katten (een stijging van 619%: 206 dieren in 2019, 19 dieren in 2018[1]), Resusapen (toename van aantal dieren van 5 naar 7), runderen (1.182 experimenten in 2019, 503 in 2018), Syrische goudhamsters (396 experimenten in 2019, 195 in 2018) en schapen (498 experimenten in 2019, 427 in 2018).
Pijnlijke proeven stijgen
In 2018 werden in Vlaanderen 37.271 proeven uitgevoerd die ernstige pijn veroorzaken bij de dieren. In 2019 waren dat er 37.604 (333 meer dan het voorgaande jaar) waardoor 14,8% van alle uitgevoerde proeven in 2019 ernstige pijn bij de dieren veroorzaakt. “Voor ons is het prioritair dat die pijnlijke proeven uitgefaseerd worden”, zegt Vandenbosch. “Daarnaast moet er ook gefocust worden op dieren met gevoelsvermogen waaronder in de eerste plaats honden, katten en primaten.”
Alternatieven niet zaligmakend
Louter inzetten op alternatieven, waaraan vooral veel lippendienst bewezen wordt, is niet zaligmakend, benadrukt Michel Vandenbosch. “De overheid zou proefdierenquota kunnen opleggen, of vooropstellen dat het jaarlijks met 10% minder proefdieren moet, waarna het aan de onderzoekers, geflankeerd door onafhankelijken, is om in alle transparantie en in overleg met andere stakeholders zoals GAIA te bepalen hoe dat streefdoel gehaald wordt, welk onderzoeksproject echt de moeite loont en voorrang verdient, en welke minder belangwekkend of urgent zijn. De overheid zou ook een heffing kunnen opleggen naar gelang het aantal proefdieren dat gehouden en gebruikt wordt, en dat geld investeren in onderzoek naar alternatieve methoden.”
[1] 91,5% van de proeven op katten zijn “testen” op eigenaarsdieren die in behandeling zijn als patiënt bij een universitaire dierenkliniek, een praktijk waar GAIA geen ethische bezwaren tegen heeft.
De cijfers voor 2019 zijn hier te vinden: https://dierenwelzijn.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/Rapport_statistieken_2019_finaal.pdf