Waarom wij het opnemen voor katje Lee
Wie sterk begaan is met het leven van de kat, geeft blijk van mededogende menselijkheid en identificeert zich empathisch met een weerloos dier dat hier geen enkele schuld treft. Lee dreigt het onmachtige slachtoffer te worden van de echte zeloten, die hun genadeloze verbetenheid tot het uiterste doordrijven, wars van elke redelijke en (met wat goeie wil) haalbare oplossing die het leven, het welzijn en de gezondheid van dier en mens dient.
Herman De Dijn velt in zijn opiniestuk met de titel ‘Zou u “ratje Lee” ook willen redden?’ (DS 18 mei) alvast zijn oordeel over de ‘zaakLee’. Hij doet dat met enig misprijzen voor wie het opneemt voor het dier en stelt de ethische authenticiteit en consequentie van Gaia in vraag. Op zijn vraag of ik Lee zou willen redden mocht het een rat of een ander minder aaibaar (zoog)dier zijn, antwoord ik met volle overtuiging ‘ja’. Gaia voerde meermaals acties en campagnes voor minder populaire dieren: laboratoriumratten, nertsen, reptielen, kippen, eenden, kalkoenen … De Dijn wil zich niet mengen in de wellesnietesspelletjes in de media. Maar voor hem moet Lee dood. Zelfs als er maar ‘een uiterst kleine kans is dat het dier het virus doorgeeft’, tekent De Dijn zonder pardon het doodvonnis.
Het katje heeft niet de verplichte wachtperiode in Peru in isolatie kunnen uitzitten omdat zijn eigenares, een studente, door de coronacrisis in allerijl uit het land moest vertrekken. De Dijn noemt dat tendentieus ‘binnensmokkelen’. Wie de werkelijke toedracht kent, weet dat die term de lading niet dekt.
De voorstanders van het doodvonnis hebben er de afgelopen dagen hard genoeg op gehamerd: rabiës, een ziekte die je kunt oplopen na bijvoorbeeld een bijtincident, is erg besmettelijk en veel dodelijker dan corona (DS 16 mei). In landen zonder vaccinatiebeleid, richt rabiës inderdaad nog ravages aan. Sommige voorstanders doen het overkomen alsof zijn pleitbezorgers onverantwoordelijke, overemotionele zeloten en aandachtzoekers zijn, die niet geven om de menselijke volksgezondheid. Ik wil een en ander in een correcter perspectief plaatsen.
De kat kan het virus alleen doorgeven aan een mens indien het dier effectief besmet is en iemand bijt. Een niet onbelangrijk element. De Vlaamse minister van Dierenwelzijn, Ben Weyts (NVA), verwees naar een Europese Verordening die drie mogelijkheden bepaalt in gevallen als deze: terugsturen naar het land van herkomst, afzondering en slechts in laatste instantie, als de twee andere maatregelen echt onmogelijk zijn: euthanasie, een pijnloze dood dus. Dé vraag is hier: hoe kunnen we het leven van Lee sparen zonder de volksgezondheid in gevaar te brengen? Ons antwoord is: het dier terugsturen naar Peru of in quarantaine plaatsen – de wet spreekt van ‘afzondering onder officieel toezicht’ – in omstandigheden die beletten dat het dier iemand, mens of dier, kan bijten. Om iemand te kunnen besmetten via speekselafscheiding, moet het virus de huid penetreren. Is het in die wetenschap werkelijk noodzakelijk om het katje te doden? Wij vinden van niet. Op 29 mei zal de rechter oordelen.
Zo veel mogelijk dieren met gevoelsvermogen of bewustzijn zo weinig mogelijk en liefst helemaal niet doen lijden of schaden, is een belangrijk deel van onze ethiek. Maar De Dijn miskent de kern ervan: opkomen voor ‘sensitieve wezens’, individuen, die in machtsverhouding tot de mens in een bijzonder kwetsbare positie verkeren. Dieren, waaronder het katje Lee, kunnen van nature uit hun rechten (op de best mogelijke levenskwaliteit of een bloeiend leven) onmogelijk zelf afdwingen. Hoe kwetsbaarder, hoe meer recht op bescherming. Het maakt ons strikt genomen niet uit of de dieren meer of minder aaibaar zijn. Dat we het leven van Lee proberen te redden, past volkomen binnen het kader van onze missie als dierenrechtenorganisatie: de ethische waarde van het leven van de uitermate kwetsbare wezens met gevoelsvermogen en bewustzijn, doen toenemen in onze samenleving. Zodat ze niet zonder noodzaak (zoals de dierenwelzijnswet bepaalt) gedood worden.
Opiniestuk van Michel Vandenbosch verschenen in De Standaard op 19 mei 2020.