Morgen wordt de rechtszaak GAIA versus BERINGEN en tegen het pop-up slachthuis dat Beringen tijdelijk voorziet voor het islamitische offerfeest ingeleid voor de Hasseltse rechtbank van Eerste Aanleg. Met een veredelde loods dat voor een paar dagen tot ‘slachthuis’ wordt oimgebouwd en na het offerfeest weer in zijn oorspronkelijke staat wordt teruggebracht, wil Beringen het verbod op onverdoofd slachten op tijdelijke slachtinrichtingen (EU-Verordening uit 2009 dat sinds de regionalisering van de bevoegdheid Dierenwelzijn automatisch ook geldt voor Vlaanderen) omzeilen zodat tijdens het offerfeest schapen onverdoofd kunnen geslacht worden. De zaak wordt om 9 uur ingeleid voor de Hasseltse rechtbank van Eerste Aanleg. Vorig jaar ging de rechter in kortgeding niet in op de vraag van GAIA omdat hij oordeelde dat er geen hoogdringendheid mee gemoeid was. GAIA kreeg ook niet de gevraagde informatie van Beringen. GAIA zet nu door omdat Beringen volhardt in de boosheid door precies hetzelfde te doen als vorig jaar en de dierenrechtenorganisatie pas heel recent uiteindelijk dan toch de benodigde bestuurlijke informatie verkreeg.
GAIA vraagt 1. Aan de rechtbank de stad Beringen een dwingend verbod op te leggen om in de toekomst nog een tijdelijk slachthuis in te richten én om een slachthuis uit te baten op de site van de stedelijke werkplaatsen in Beringen, Nijverheidsstraat 19, ongeacht enige erkenning van het FAVV. En 2. Dit verbod op te leggen onder verbeurte van een dwangsom van 50.000 euro per dag dat het slachthuis illegaal zou worden uitgebaat. 3. Dit verbod op te leggen onder verbeurte van een dwangsom van 2500 euro per (onverdoofde) slachting die alsnog zou plaatsvinden in het door Beringen geëxploiteerde illegale slachthuis.
Waarom vraagt GAIA een exploitatieverbod?
Aangezien tal van algemene en sectorale voorwaarden niet afdoende worden nageleefd, en bijkomend duidelijk is dat een 1) niet-professioneel slachthuis en 2) korstondige exploitatie de naleving van al deze voorwaarden onmogelijk kan garanderen, kan er geen uitbating volgen. In geen geval gaat het om een slachthuis met een langetermijnplanning en langetermijninvestering, zoals in de Europese relgeving vereist wordt. Aangezien er dan ook geen sprake kan zijn van een erkend slachthuis waarin wel onverdoofd kan worden geslacht, kan er in casu onmogelijk onverdoofd worden geslacht in de stedelijke werkhallen te Beringen.
Milieumisdrijf
Bovendien beschikt de Stad Beringen zelf in dat geval niet over de vereiste milieu- en stedenbouwkundige vergunningen, zodat de enige legale optie als zorgvuldig bestuur erin bestaat om géén explotatie en al zeker géén onverdoofde slachtingen te laten plaatsvinden op de voorgenomen locatie. Overeenkomstig artikel 16.4.18, §2 DABM is op basis van het bovenstaande voldoende aangetoond dat er een milieumisdrijf voorligt.
Geldige FAVV-erkenning onmogelijk
Ten overvloede kan er onmogelijk een geldige erkenning worden afgeleverd door het FAVV, aangezien er tal van strenge voorwaarden niet worden nageleefd. Een eventuele erkenning moet dus sowieso buiten beschouwing worden gelaten op grond van artikel 159 GW.
Vrijdag aanstaande wordt een gelijkaardige rechtszaak van GAIA voor de rechtbank van Eerste Aanleg van Tongeren ingeleid tegen het pop-up slachthuis van de stad Genk.